Over het onderzoek

Dit is de website van het onderzoekprogramma naar de  ‘Experimentele Woningbouw 1968-1980′ van Barzilay+Ferwerda. Een onderzoek naar de 64 projecten die door de overheid in de jaren ’60 en ’70 werden gesteund om vernieuwingen in de woningbouw te realiseren. Hier hebben wij in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een verkenning naar uitgevoerd, gevolgd door het vervolgonderzoek ‘Experimentele Woningbouw ’68-80 Revisited’.

Mogelijk bent u net als ons gefascineerd geraakt door jaren ’60/’70 architectuur en stedenbouw: de tijd van de woonerven, bloemkoolwijken, terrasflats, collectieve woonvormen, stadsvernieuwing, de SAR, Piet Blom e.a. als reactie op de monotonie en flattenbouw uit de voorgaande perioden. Misschien bent u betrokken bij renovatie van projecten uit de jaren ’60/’70, of zelf bewoner van een experimenteel project. Omdat we van mening waren dat het programma  Experimentele Woningbouw ’68-’80 een retrospectief én toekomstgericht onderzoek verdiende, hebben wij dit uitgevoerd. 

Hieronder leest u meer over ‘waarom’ van het onderzoek. Onder Casestudy’s leest u over de onderzoeksopzet en onder Publicaties vindt u de resultaten van zowel de verkenning als het vervolgonderzoek.

Met het onderzoek beoogden wij..

  1. ..de ontwikkeling van strategieën en ontwerpoplossingen en het verkennen van kansen voor behoud en/of transformatie van de specifieke en soortgelijke jaren ‘70 projecten i.s.m. stakeholders.
  2. .. de actualiteitswaarde en zeggingskracht van experimenten uit de jaren ‘70 voor nu na te gaan.
  3. .. een alternatieve en innovatieve aanpak tonen t.o.v. de huidige woningbouwpraktijk in de benadering van hedendaagse en toekomstige opgaven.
  4. .. een bijdrage te leveren aan het narratief van de stad uit de jaren 70 en een herwaardering op gang helpen voor de architectuur/stedenbouw uit deze periode middels reflectie.

Aanleiding

Het programma ‘Experimentele Woningbouw ‘68-’80’ had tot doel vernieuwende woningen, woonvormen en woonomgevingen met een meer menselijke maat te ontwikkelen. Het brak daarmee met de voorliggende vroeg-naoorlogse wederopbouwperiode, waarin een zo groot mogelijke efficiëntie werd nagestreefd die resulteerde in monotone wijken. De onvrede daarover leidde tot de instelling van dit programma op initiatief van de overheid met uitnodiging en stimulans richting ontwikkelaars en gemeenten. Er zijn tijdens de looptijd van het programma 64 projecten gerealiseerd die het predicaat Experimentele Woningbouw ontvingen. Een aantal is publiek bekend, zoals de Kubuswoningen (Helmond) of de Kasbah (Hengelo), beiden van Piet Blom. Maar een heel aantal herkennen we niet direct als experimenteel omdat zij hun navolging hebben gevonden in de hoofdstroom van de jaren ‘70. Het programma is zodoende succesvol gebleken in het stimuleren van vernieuwing met beperkte middelen.

Aanpak jaren ‘70 wijken

De projecten uit die experimentele periode staan nu, 50 jaar later, voor een eerste vernieuwingsronde in transformatie en verduurzaming. Het betreft een grote opgave, want ruim 25% van de Nederlandse woningvoorraad is in deze periode gerealiseerd. Hoe pak je de stad van de jaren ‘70 aan en met wie? Waarin verschilt dat ten opzichte van andere perioden? Er blijkt een brede behoefte aan inzichten over hoe om te gaan met Post-65 architectuur en stedenbouw.

Woningnood

Daarnaast is er al jaren een grote woningnood. Er klinken geluiden over het realiseren van 1 miljoen nieuwe woningen tot 2030. Maar waar en is het behalen van dit aantal het enige doel? Of gaat het daarbij ook om de kwaliteit van de woning en woonomgeving, het woongenot, de flexibiliteit en passendheid? In de hoofdstroom van de woningbouw herkennen we net als in de wederopbouwperiode een monotonie. Kan het niet anders; moet het niet opnieuw anders? En wie neemt hiertoe deze keer het initiatief?

Kwaliteit in jaren ‘70

Ons pleidooi gaat dan ook om kwaliteit ín kwantiteit. En wij menen juist dát te herkennen in de experimentele woningbouw van de jaren ‘70 na een eerste verkenning. Een periode die naar onze mening nog altijd kampt met een imagoprobleem van kronkelige verdwaal-wijken, truttige architectuur en niet-waargemaakte sociale pretenties. Onterecht, zeggen wij. De periode is veel rijker dan dat en er zijn veel meer kleuren en smaken aanwezig dan je aanvankelijk zou denken. Door deze zichtbaar te maken en het verhaal van deze woonwijken bloot te leggen kunnen ze aantrekkelijk en toekomstbestendig worden gemaakt en opnieuw worden ingezet in het oplossen van de woningnood.

En wanneer je dit beweert, dan zul je ervan moeten overtuigen en laten zien wat je met dit soort projecten kunt doen en welke inspiratie het kan bieden. Dat is wat de aanleiding voor dit onderzoek was. Terugkijken én opnieuw bekijken in het licht van de opgaven van vandaag de dag, dus richting de toekomst. Daarom Experimentele Woningbouw ‘68-’80 Revisited.

NB. Het onderzoek is inmiddels afgerond. De resultaten hiervan zijn onder Publicaties te raadplegen

Klankbordgroep

Tijdens het onderzoek is er een klankbordgroep ingesteld die heeft geholpen om conclusies te trekken, te reflecteren op uitkomen en lessons learned. De volgende personen hadden daarin zitting:

  • Mw. Drs. A. (Anita) Blom (Verkenning Post65, RCE)
  • Dr. Ir. D. (Dirk) van den Heuvel (fac. Bouwkunde, TU Delft en Jaap Bakema-Institute)
  • Dr. Ir. N. (Noud) de Vreeze (vz. Van Eesterenmuseum, vml. Nat. Woningraad)
  • Dr. I. (Ivan) Nio (stadssocioloog)
  • Ir. B. (Bas) Liesker (Heren5 architecten)
  • Ir. R. (Rutger) Oolbekkink (Inbo en Atelier Rijksbouwmeester)

Een initiatief van:

Met steun van:

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren