EX 68-022 Zoetermeer, Het Pleintjesplan
Architectenbureau Leo de Jonge, 1968 - 1972
architect Architectenbureau Leo de Jonge, Rotterdam ism. Nationale Woningraad en ontwikkelingsgroep Zoetermeer
opdrachtgever Federatie van Woningbouwverenigingen Zoetermeer
realisatie 1968 – 1972
adres Landenbuurt, Meerzicht, Zoetermeer
programma 626 woningwetwoningen in 3 typen
Beschrijving van het plan
Meerzicht is de tweede wijk van Zoetermeer die werd gebouwd nadat het dorp als groeikern voor regio Den Haag werd aangewezen. Eén van de hoofdstedenbouwkundigen van het plan voor Zoetermeer was ir. W. Schut, de minister die in 1968 het subsidieprogramma Experimentele Woningbouw initieerde. Architect Leo de Jonge was de architect van de vele grootschalige ats in het eerste plandeel van Meerzicht. Tevens was hij lid van de Adviescommissie Experimentele Woningbouw. Na de kritiek vanuit de bevolking op de eerste gerealiseerde wijk met grootschalige hoogbouw, Palenstein, werd het stedenbouwkundig plan voor Zoetermeer na veel inspraak in 1972 gewijzigd. Het Pleintjesplan als tweede bouwvlek in Meerzicht is het eerste experiment met het bouwen van wat later ‘woonerven’ of ‘bloemkoolwijken’ is gaan heten.
De woningen liggen rond zgn. woonpleinen. Deze pleinen kennen geen doorgaand verkeer, waardoor de invloed van de auto op de woonomgeving werd verminderd. De woningen zijn in korte rijtjes gegroepeerd rond de pleinen waarop zowel openbaar groen, speelplaatsen als overige parkeerplaatsen zijn gesitueerd. Alle woningtypen hebben een duidelijke ingangszijde en woonzijde. Bij de helft van de woningen liggen carports voor het overdekt stallen van auto’s. De carports, soms gekoppeld aan de berging, vormen een overgang tussen het openbare plein en de particuliere woning. Dit noemde de ontwerpers het ‘margegebied tussen woning en plein’ en is een alternatief op de klassieke voortuin. De woonzijde —vrij van schuren — opende de mogelijkheid tot een duidelijke relatie van het eigen groen van de tuinen met het openbare groen. Door de buurt lopen groenaders vanaf het Westerpark. Hierin voeren wandelpaden naar een centraal punt in het woongebied met winkels en kleuterschool, geheel vrij van autowegen.
De nieuwbouw is gebaseerd op een modulemaat van 1.20 m. Hierop gebaseerd werden woningplattegronden in drie basistypen ontwikkeld met vijf varianten, totaal 8 keuzemogelijkheden:
— een ‘smal type’ met traveebreedte van 4,80 m
— een ‘steunpunt-type’ met traveebreedten van 2,40 m en 3,60 m, met twee kolommen op de begane grond, waarin door een eenvoudig inbouwpakket vijf varianten van woningplattegronden zijn te maken en eventueel later ook weer aan te passen. Ook in de pui-indeling hadden de bewoners keuzemogelijkheden.
— `bajonet-type ‘. Door het toepassen van een geknikte scheidingsmuur tussen de woningen ontstaan twee woningtypen die om en om een smal front aan de straat hebben en een breed front aan de tuin of een smal tuinfront en een breed straatfront.
Reden van predicering
Het experimentele karakter van dit project schuilt in de verkavelingsvorm, waarbij de vier ontworpen woningtypen telkens verenigd zijn in ‘clusters’ rond ‘woonhoven’ en waarbij carports — als overgangselement tussen woning en woonhof — en de inrichting
van de hof met speelplaatsen e.d. bijzondere aandacht vragen. Een voetpadensysteem verbindt de woningen tevens met de voornaamste voorzieningselementen (scholen, winkels).
Twee typen woningen acht de adviescommissie belangwekkend als experiment: het steunpunttype en het bajonettype. De woning met een breed straatfront is ruimtelijk het meest aantrekkelijk; van de andere woning zal wellicht het brede contact met de tuin positief gewaardeerd worden, aldus de commissie.