EX 72-146 Amsterdam, Bickerseiland
J. van den Bout en P. de Ley, 1970-1975
architect J. van den Bout en P. de Ley
opdrachtgever Stichting Lieven de Key
realisatie 1970 – 1975
adres Bickersstraat, Bickersgracht, Amsterdam
programma blok 1: 18 huurwoningen en 2 bedrijfsruimten, blok 2: 11 woningen en 1 bedrijfsruimte.
Beschrijving van het plan
Amsterdam kent vanaf 1950 verschillende gebieden die drastisch sanering behoeven. Het Bickerseiland is zo’n gebied. Al rond 1960 wordt een groot deel van het eiland gesloopt om plaats te maken
voor 4 grote kantoorgebouwen. Het eerste wordt opgeleverd in 1964. Nadat in 1969 met de bouw van het tweede kantoorpand is gestart komen de buurtbewoners, georganiseerd in het Actiecomité Westelijke Eilanden, in actie voor behoud van het oorspronkelijke karakter van het Bickerseiland. Het is een van de eerste buurtactiegroepen in Nederland die zich verzetten tegen grootschalige nieuwbouwplannen. Vanaf 1970 werken De Ley en Van den Bout, studenten aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam, samen met de buurtbewoners aan een nieuw plan. Dit leidt tot een wijziging van het bestemmingsplan in 1972. De buurt krijgt weer een gemengde bestemming van wonen en werken. Aangezien de grond in particulier eigendom is, wordt de gemeente aangezet tot aankoop ervan. Met volumestudies wordt aangetoond dat woningbouw in hoge dichtheid rendabel is. De woningen en de situatie voldoen niet helemaal aan de ‘Voorschriften en Wenken’. De gemeente gaat pas overstag na publiciteit rond de plannen en nadat een mockup in het ruimtelijk laboratorium is nagebouwd.
Het plan is een invulling van open gaten op de middenstrook van het Bickerseiland, die als de ‘ruggengraat’ van het plangebied gezien kan worden. De hoogte wisselt tussen 2- en 3-lagen. In de architectuur is aansluiting gezocht bij de ritmiek en schaal van de oude binnenstad. De woningen beslaan de gehele diepte van het kavel. Het complex bestaat uit telkens 2 woningen aan een trappenhuis; Per 2-tal hebben ze hun woon- en slaapvertrekken aan de oost- of de westzijde. Ten gevolge van deze ‘omkering’ komen aan beide straten ingangen en woonkamers en worden beide straten gelijkwaardig. De entrees van telkens twee trappenhuizen worden onderling gekoppeld, via een hal, waar de bergingen op uitkomen en die tevens een dwarsverbinding vormt tussen de beide straten.
Het complex omvat 2-, 3- en 4-kamerwoningen. De 4-kamerwoningen zijn twee aan twee om een lichthof gegroepeerd; bij beide ligt de keuken aan de lichthof en fungeert deze tevens als ‘doorgang’ tussen woon- en slaapgedeelte. Enkele kleine woningen die niet direct via het trappenhuis bereikbaar zijn, zijn toegankelijk via het dakterras. In alle woonkamers zijn erkers aangebracht, voorzien van openslaande deuren, die een vervanging vormen voor balkons.
Reden van predicering
Het plan bestaat uit 2 gepredikeerde blokken, EX 72-146 en 72-146a. Ondanks dat het niet haar taak was een proces te beoordelen, vond de commissie dit plan in een ruimer kader van betekenis en het waard dat dit plan, dat door bewoners was geïnitieerd, tot realisatie kwam. Met dit plan was een mogelijkheid aangeven voor een inpassing in een saneringsgebied zonder het karakter van het gebied aan te tasten. Naast de uiterlijke kenmerken van kleinschaligheid – plastische werking van de gevelarchitectuur, het variëren in bouwhoogte – die aansluit
op het karakter van de buurt, was er waardering voor het creëren van voorwaarden voor sociale contacten, ook karakteristiek voor oude wijken.
Andere experimenteel bevonden elementen zijn: het lange, smalle type en de keuken aan de lichthof en erkers van de woning zelf, de gemeenschappelijke hal met de passage; de verruimde entree t.b.v. ontmoeting; het gemeenschappelijke dakterras; de gelijkwaardigheid van de straten en ten slotte de vormgeving van de dakkappen.