
EX 76-262, Apeldoorn, Kuipershof
Architectenbureau De Wit en Van Duivenbode, 1976-1978
architect Architectenbureau De Wit en Van Duivenbode
opdrachtgever NV Bouwfonds Nederlandse Gemeenten
realisatie 1976 – 1978
adres Holtrichtersveld, Apeldoorn
programma 38 uitbreidbare premiekoopwoningen
Beschrijving van het plan
Het plan dat A. van Duivenboden ontwierp voor een cluster van
38 woningen in de uitbreidingswijk de Maten in Apeldoorn is het gevolg van een onderzoeksopdracht van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten naar de veranderbaarheid van woningen. Onder het motto ‘wonen als vorm van creativiteit’ stelde hij dat er nooit sprake was van een eindbeeld. Hij ontwikkelde ideeën over een Stedelijk Raster dat de fysieke omkadering van de openbare ruimte zou vormen, waarbinnen de vorm van een woning er minder toe deed. Wat hem betreft zou welstandtoezicht alleen nodig zijn op het Raster en niet op de woning.
Veranderbaarheid betekende vooral uitbreidbaarheid. Een vrijstaande woning biedt die mogelijkheid rondom. Vanuit die gedachte is het terrein in 10 kwadranten ingedeeld die diagonaal zijn gesplitst. Hierdoor ontstaan driehoekige ruime kavels. Op de kruispunten van de kwadranten liggen kleine pleintjes. In het midden van het complex is een grote open ruimte, door het weglaten van 2 kavels.
Van Duivenboden ontwierp 4 woningtypen. Type A en B zijn vanuit het midden van het kwadrant ontwikkeld. Bij type A vormde zich een patio in het midden voor daglichttoetreding. Type B had een meer conventionele rechthoekige vorm. De overblijvende tuinen grenzen direct aan de straat. Typen C en D zijn vanuit de randen van de kwadranten ontwikkeld.
De tuinen grenzen niet of veel minder aan het openbare gebied. Uitgangspunt was een basiswoning, voor alleenstaanden of paren, die naar behoefte kon worden uitgebreid. Bij type A en B was een opbouw op de verdieping voorzien. Type C en D waren in de basis begane- grondwoningen. Voor de verschillende typen waren uitbreidingsvarianten ontwikkeld, die bij een aantal woningen in de bouw al werden gerealiseerd. De woningen waren in traditionele materialen uitgevoerd, als baksteen en hout. Openingen waren smal om in de toekomst dure opvangconstructies te vermijden. De vormgeving was bewust sober, om mensen later niet te belasten met modegrillen uit 1976.
Gemetselde tuinmuren die in hoogte variëren vormen het Stedelijk Raster. De lengte waarover ze 2m hoog waren, werd in overleg met de bewoners bepaald. De voetpaden en het centrale plein zijn in collectief beheer van de bewoners middels een VVE. Bij het ontwerp leverde
hij een set regels: Max 80% van het kavel mocht bebouwd worden.
Er moest altijd een parkeermogelijkheid op het kavel blijven. Voor de verdieping was een zone aangegeven die de maximale buitenafmeting vormde.
Reden van predicering
De drie experimentele elementen van het plan zijn de diagonale verkavelingsvorm, de op basis daarvan ontwikkelde woningtypen
die in vele opzichten afweken van het gebruikelijke en de uitbreidingsmogelijkheden van de woningen, die een verrassend aantal varianten opleverde.
De maximale uitbreiding van de woningen tot 80% van de kavels achtte de Adviescommissie uit een oogpunt van woonwaarde weinig aanvaardbaar en ook onwaarschijnlijk, aangezien met het realiseren
van enkele uitbreidingen al grote en volwaardige eengezinshuizen kunnen worden verkregen. Daarbij wees ze naar de gemeente wiens taak het was om zodanige planologische en juridische maatregelen te treffen, dat toekomstige uitbreidingen niet tot onaanvaardbare situaties zouden leiden.