EX 77-288 Amsterdam, Palmdwarsstraat
Aldo van Eyck en Theo Bosch, 1972-1980
architect Aldo van Eyck en Theo Bosch
opdrachtgever Gemeentel ke Woningdienst van de Dienst Volkshuisvesting Amsterdam
realisatie 1972 – 1980
adres Palmdwarsstraat, Palmstraat, Palmgracht, Gouds- bloemstraat, Amsterdam
programma 50 woningwetwoningen en 13 bedrijfsruimten
Beschrijving van het plan
Een eeuw geleden was de Jordaan een notoire achterbuurt. Al vanaf 1920 waren er plannen gemaakt voor sanering, maar rond 1970 was er niet veel veranderd. Vanwege zijn betrokkenheid bij de buurt wijdde Bosch, gestimuleerd door docent Piet Blom, zijn afstudeerproject aan de Academie van Bouwkunst aan de Jordaan. Naar aanleiding hiervan voreg een projectontwikkelaar het bureau Van Eyck en Bosch een plan te maken. Ze maakten een ontwerp met 250 nieuwe woningen, waarvan uiteindelijk een deel werd uitgevoerd.
Het plan bestaat uit 4 blokjes die op verschillende plekken de gevelwand van de Palmdwarsstraat herstellen. Om de Jordanese levendigheid op straat terug te brengen, bliezen Van Eyck en Bosch de typerende traditionele combinatie van woningen boven bedrijfsruimtes nieuw leven in. Om een aangenaam verblijfsgebied te maken, werd een deel van de gevels op de begane grond teruggelegd ten behoeve van een arcade, waaraan de woningen en winkels op de begane grond aan de straatzijde worden ontsloten. De winkels hebben een insteekverdieping. De maisonnettes worden via galerijen of portieken ontsloten aan de kant van de binnenterreinen. De terrassen en balkons die de semi-openbare binnenhoven ankeren, transformeerden deze benauwde donkere achtergebieden in lichte, groene plekken, die sociaal gecontroleerd worden. De toegang naar deze korte galerijen en portieken is gecreëerd op de hoeken van de bouwblokken, met gedeeltelijk overdekte buitentrappen met bordessen.
Met 2-, 3-, en 4-kamerwoningen werd een grote woningdifferentiatie bereikt. Het accent ligt op de wat grotere woningen, omdat er in
de Jordaan al zoveel hele kleine woningen waren. Binnen de smalle beukmaat van 4,50 m zijn toch ruime en lichte woningen gecreëerd. Dit geldt met name voor de maisonnettes waarin de vrije situering van de trap de ruimtelijke relatie tussen de beide woonlagen versterkt.
De noodzakelijke betrokkenheid op de straat is verkregen door
de toepassing van woonruimtes met een soort serres en Franse balkons. Er is speels met Voorschriften en Wenken omgegaan, bijvoorbeeld wat betreft de voorgeschreven bouwhoogte in relatie
tot de lichtinval. Om te voldoen aan de voorwaarde van de maximale hoogtemaat ‘straatbreedte plus één meter’ werd de hoogste bouwlaag teruggelegd. Zo kon op de bestaande perceelhoogte worden aangesloten, extra licht in de smalle straten worden toegelaten en bovendien kon de woonruimte onder de teruggelegde verdieping met schuine glaskappen van extra licht worden voorzien.
Reden van predicering
Dit is één van de eerste plannen die onder de nieuwe opzet van het subsidieprogramma met de 3 themagebieden is gepredikeerd. Het valt onder het thema II: Nieuwbouw in oudere woonmilieus.
Het experimentele karakter van het plan is gelegen in de ‘organische‘ inpassing van de woningen in deze bij uitstek moeilijke situatie. Daarbij is ingespeeld op de plaatselijke karakteristieken. Genoemd worden daarbij het krappe bouwterrein en de smalle straten, met alle aandacht voor kenmerkende aspecten als kleinschaligheid, ‘herbergzaamheid’ en afwisseling. Ook worden vermeld de verwevenheid van de functies en de woningdifferentiatie. De vormgeving is karakteristiek en de hoekoplossingen zijn architectonisch bijzonder knap.
De commissie vond het wel jammer dat de ingangsportieken van de bedrijfsruimten minder diep waren geworden ten opzichte van een eerdere versie van het plan.