EX 78-305 Rotterdam, De Banier

Architectenbureau Eijkelenboom, Gerritse, Middelkoop, Dordrecht, 1978-1981

    • Bouwen voor specifieke behoeften, thema 3b: huisvestingsvormen voor bewoners met specifieke woonbehoeften
    • experimentele woningbouw, gerealiseerd, predikaat, woongroep

architect Architectenbureau Eijkelenboom, Gerritse, Middelkoop, Dordrecht
opdrachtgever Patrimoniums Woningstichting te Delfshaven
realisatie 1978 – 1981
adres Banierstraat, Rotterdam
programma 52 woningwetwoningen plus gemeenschapsruimten

Beschrijving van het plan

Door de sloop van het Sint Franciscusgasthuis kwam een terrein
vrij voor 306 woningen en enkele bedrijfsruimten in gesloten bouwblokken. Deze sluiten aan op de structuur van de omringende 19e eeuwse woonbuurt. Het gebied werd in deelplannen met verschillende architecten ontwikkeld. Eén van die deelplannen, gesitueerd op de kop van een gesloten bouwblok, was gereserveerd voor een experiment met groepswonen onder de vlag van Centraal Wonen (zie EX 73-
183). Het plan is tot stand gekomen in nauwe samenspraak tussen de toekomstige bewoners, de opdrachtgever, de ontwerpers en de Dienst Volkshuisvesting van de gemeente Rotterdam.

Het gebouw heeft een splitlevel opbouw met 4 bouwlagen aan de straatzijde en 3 bouwlagen aan de tuin. Het complex is opgebouwd uit vijf ‘woonclusters’ die zijn samengevoegd tot een U-vormig bouwblok. Elke cluster bevat 10 woningen, die in 2 groepen van 5 boven elkaar rondom een centraal trappenhuis zijn gelegen. Er zijn 5 toegangen met bergingen. Op de begane grond, respectievelijk op de tweede verdieping aan de tuinzijde, liggen gemeenschappelijke ruimtes
met kookgelegenheid. Via een splitlevel sprong zijn op de eerste verdieping en de derde verdieping alle clusters met een doorlopende gang verbonden. In de hoekclusters kunnen gemeenschappelijke ruimten ten behoeve van het gehele complex worden opgenomen. De binnentuin is een collectieve tuin met privé terrassen langs de gevel.

Het complex bevat etagewoningen van verschillende grootte (1, 2, 3 of 4 slaapkamers). De kleine woningen liggen merendeels rug-aan-rug, de grotere woningen lopen over de split-level door. Het woon-eet- kookgedeelte van alle woningen is beperkt tot het minimaal vereiste oppervlak volgens de ‘Voorschriften en Wenken’.

Met de splitlevel opzet wordt een ruimtelijke relatie gecreëerd tussen privé- en gemeenschappelijk wonen. De verhouding privé – gemeenschappelijke ruimte is in de tijd veranderbaar, al naar gelang de ontwikkeling binnen de woongemeenschap. Aan de straatzijde zijn in de eerste opzet wisselkamers opgenomen. Het idee was dat dit hobbyruimtes of logeerkamers konden worden. Aan de tuinzijde konden verschillende slaapkamers tot een gemeenschappelijke verblijfsruimte worden samengevoegd. In het gietbouw betonskelet van het gebouw waren sparingen opgenomen, dichtgezet met betonblokken, zodat uiteindelijk ook standaard eengezinswoningen konden worden teruggebouwd.

Reden van predicering

Dit is het enige gepredikeerde project onder het thema 3b ‘Huisvestingsvormen voor bewoners met speci eke woonbehoeften’.

De experimentele elementen waren het dienstbaar maken van de bouwkundige structuur van het complex aan de `centraal wonen’ gedachte, de ruimtelijke vertaling van het streven naar onderlinge betrokkenheid en communicatie en de ingebouwde mogelijkheden om veranderingen in de samenstelling van de wooneenheden en de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten te kunnen realiseren. Verder was een positief element dat het complex onderdeel uitmaakt van een groter geheel.

De woonvertrekken zijn – met name voor de grotere woningen –
aan de krappe kant, maar vloeit rechtstreeks voort uit de ‘centraal wonen’- loso e. In dat kader wordt immers het privé wonen ten dele ondergeschikt gemaakt aan het wonen in de woongemeenschap.

78305-situatie

78305-plg-verd1

78305-perspectief2

BewarenBewaren