
EX 72-132 Den Helder, Het Koggeschip
A. Verhoeven, Klunder, Witstok, Brinkman, 1970-1973
architect A. Verhoeven, Klunder, Witstok, Brinkman
opdrachtgever Stichting Nieuwe Woonvormen; woningstichting Den Helder
realisatie 1970 – 1973
adres Het Koggeschip, Den Helder
programma 150 woningwetwoningen (110 eengezinshuizen en 40 boven- en benedenwoningen)
Beschrijving van het plan
In het linkse Den Helder werd de kritiek op de wederopbouwflats vertaald met een kleine revolutie in het bestuur van de woningcorporatie. Eén van de progressieve jongeren werd zelfs voorzitter. Naar aanleiding van het plan in Berkel en Rodenrijs (EX 70-096) werd de Stichting Nieuwe Woonvormen gevraagd een plan te maken voor een atgebouw op de grond. Het proces van inspraak met hearings en bezoeken aan de keet werd begeleid door Hedy d’Ancona. Hetzelfde architectenteam maakte een ontwerp met een hoge dichtheid van 55 won/ha.
In het midden van het wijkje Zuid-Oost, aan de rand van de stad,
ligt het plan als een enclave, omringd door ontsluitingsweg van de wijk. In het noordelijke deel liggen 110 eengezinshuizen en in het zuidelijke deel 40 boven- en benedenwoningen voor alleenstaanden en senioren, gescheiden door een open ruimte. Typerend voor de planopzet zijn de zeer smalle straatjes met een gevel-tot-gevelafstand van 4 of 7 meter en ondiepe tuinen van 7,72 resp. 6,00 m tussen
de woningen. Door korte blokjes en plaatselijke verwijdingen is geprobeerd het straatpro el te verlevendiging. Door de tegenover elkaar liggende portieken en loggia’s te laten verspringen is geprobeerd inkijk te voorkomen. Met een oriëntatie van de blokjes
op het noordnoordoosten wilde men met de smalle straatjes ook beschutting tegen de zeewind bieden. De auto is uitgebannen, door de woonstraatjes hoger te leggen dan de parkeerplaatsen en ze alleen via 1 of 2 treden toegankelijk te maken. Opvallend is de indifferente openheid van de overgebleven ruimte binnen de plangrens.
Waar met de smalle straatjes ook gemeenschapsvorming werd beoogd, zijn de woningen juist opgezet voor het bieden van maximale privacy. De keuken en berging liggen in de open woonruimte aan de straatzijde, de woonkamer ligt 40 cm verdiept. Op de verdieping bevinden zich 4 slaapkamers, berging en badkamer; 2 slaapkamers aan de straatzijde komen uit op een vrij groot balkon. De slaapkamers aan de tuinzijde hebben een klein raampje in de gevel met een houten luik en een (groter) dakraam, om inkijk in de tuin te voorkomen. Ook werden in het plan direct vanaf het begin schuttingen tot 1,80 m geplaatst. Op de begane grond hebben de seniorenwoningen een inpandige keuken (kitchenette) achter de aan de tussenzijde ingebouwde schuur. De bovenwoning voor vrijgezellen heeft dezelfde plattegrond, met op de plaats van de schuur een terras (loggia) waardoor de keuken niet meer inpandig is.
Reden van predicering
In dit project gaat het om experimenteren met wonen in hoge dichtheid met een menging van woningtypen voor senioren, vrijgezellen en gezinnen. Opmerkelijk was dat de smalle straatjes aan de ene kant de mogelijkheid boden elkaar te ontmoeten en aan de andere kant er een optimum aan visuele privacy werd geboden. Daarnaast boden de smalle straatjes bescherming tegen zeewind. Ook experimenteel vond men het bouwen van een complex woningen met een sterk uitgesproken eigen karakter. De commissie had de verwachting dat de bewoners zich er mee konden ‘identificeren’. De woningplattegronden waren niet uitzonderlijk; er was behoorlijk wat kritiek op de indeling.
Overigens waren er ook op stedenbouwkundig vlak enkele punten van kritiek: de volstrekte onbereikbaarheid voor auto’s, en het ontbreken van ‘overgangselementen’ tussen het te bouwen complex en zijn omgeving. Hierbij zou namelijk een zekere discrepantie ontstaan tussen de nagestreefde en bereikte hoge (netto) dichtheid en het ‘overblijven’ van een stuk ‘groen’, zonder duidelijke functie.